Sinds kort ben ik besmet geraakt met het kanopolovirus. Gelukkig is deze zeer besmettelijk, maar niet schadelijk. In eerste instantie als facilitator (ik reed de jongens naar de wedstrijden), later als scheidsrechter (lees mijn vorige blog maar), daarna als coach (hier heeft mijn collega Nick ooit wat leuks over geschreven) en als laatste ben ik het spelletje dus zelf gaan spelen. Wat ik het leuke vind, is dat ik veel overeenkomsten zie tussen mijn werk als projectmanager en het coachen. En vanuit die ervaring durf ik te zeggen:
"Je kunt geen goede coach/projectmanager zijn als je het spelletje zelf nooit hebt gespeeld."
Moet je dan zelf software hebben ontwikkeld om een goede projectmanager te zijn bij Covadis. Nee, niet per se denk ik, wel moet je een flinke affiniteit hebben met techniek en de taal van de ontwikkelaars spreken. Want, je kunt zeggen van hem wat je wilt, maar de resultaten van Jose Mourinho liegen er niet om. Heeft zelf nooit gevoetbald.
Ik denk dat je als projectmanager (bij Covadis) in ieder geval zelf een vergaande interesse moet hebben in softwareontwikkeling. Het moet ook je eigen passie zijn. Hoe merk ik dat bij mezelf en mijn collega’s? Ik heb zelf vroeger software ontwikkeld en het eigenlijk altijd leuk gevonden om zelf nog eens in een database of in de code te duiken om te onderzoeken wat er precies aan de hand is binnen een applicatie. Waarom is dat belangrijk? Zo kan je de juiste vragen stellen om tot de juiste oplossingen te komen voor onze opdrachtgevers.