Retrogame
Nadat we hebben gepeild hoe iedereen erin staat dan starten we met het tweede deel van de retrospective. Wij doen dit, om het leuk te houden, altijd aan de hand van een retrogame en ook om telkens nieuwe inzichten te krijgen. In vrijwel iedere retrogame staan de volgende vragen centraal:
- Wat ging goed en moeten we vooral blijven doen?
- Wat ging niet goed en moeten we direct mee stoppen?
- Wat kunnen we nog verder verbeteren?
Als projectleider kun je door een bepaalde retrogame met een bepaalde focus te kiezen het proces hier een klein beetje sturen. Leg je de focus meer op onderlinge communicatie, techniek, samenwerking of user stories? Dat is belangrijk om op basis van het sentiment in het team te bepalen.
Verzamelen punten
Op basis van de retrogame ontstaan er een aantal gespreksonderwerpen. Wij starten altijd eerst met het clusteren van de onderwerpen. Op die manier waarborgen wij dat we goed omgaan met onze tijd en ook dat de retrospective nuttig is. Als er te veel onderwerpen zijn om te bespreken tijdens de retro, dan kiezen we gezamenlijk de belangrijkste onderwerpen om te behandelen. Een snelle en handige methode die wij vaak toepassen is “dot-voting”. Ieder teamlid krijg drie stemmen om te verdelen over de punten. Per retrospective bespreken we ongeveer drie punten. De overige punten kunnen, wanneer het team dit nodig vindt, in een volgende retrospective terugkomen.